Projectbezoek Rusland maart 2023
Het is alweer ruim een jaar geleden dat ik voor het laatst in Rusland was, januari 2022 om precies te zijn. Toen was er nog geen sprake van een Russische inval in Oekraïne, maar de situatie aan de grens was wel gespannen. Duizenden troepen stonden klaar. Ondanks die spanning dacht niemand die ik toen sprak dat er op zo’n grote schaal oorlog zou uitbreken, ikzelf ook niet.
Onderweg via Armenië
Inmiddels ziet de wereld er heel anders uit. Niet iedereen in mijn omgeving reageert even enthousiast wanneer ik vertel dat ik van plan ben om weer naar Rusland te reizen. Sinds het uitbreken van de oorlog, die in Rusland nog steeds officieel als speciale militaire operatie wordt bestempeld, heb ik alleen nog via ZOOM en diverse sociale media contact met mensen in Rusland. Russische organisaties met contacten in het Westen lagen al onder een vergrootglas en sinds februari vorig jaar is dat alleen maar erger geworden. Verschillende van onze contacten hebben aan de veiligheidsdienst moeten uitleggen waarom er nog steeds geld wordt overgemaakt vanuit het Westen naar de bankrekening van hun organisatie.
Ook het reizen naar Rusland is er niet gemakkelijker op geworden. Vorig jaar vloog ik van Amsterdam naar Moskou, maar tegenwoordig zijn er geen rechtstreekse vluchten meer. Daarom vlieg ik eerst naar Armenië, waar vrienden van Mission Possible wonen en werken. Zij hebben van tevoren tickets voor mij gekocht naar Jekaterinaburg en Tsjeljabinsk, wat vanuit Nederland erg ingewikkeld was.
Als ik vanuit Jerevan naar Jekaterinaburg doorvlieg, zie ik dat het vliegtuig vol zit met Russische vrouwen en kinderen. De enkele man die ik zie is een Armeense gastarbeider. Om de mobilisatie te ontvluchten is Jerevan voor duizenden mannelijke Russen een nieuwe thuisbasis geworden. Zouden deze vrouwen en kinderen op bezoek zijn geweest bij hun man en vader?
Controle aan de grens
Bij de paspoortcontrole in Jekaterinaburg sta ik als eerste in de rij, maar ik kom er niet zomaar door. Ik moet plaatsnemen en wachten tot ik word opgehaald voor een interview. Dat had ik al verwacht, aangezien mensen die ik voor mijn reis heb gesproken mij hadden gewaarschuwd. In sommige gevallen worden telefoons en laptops doorzocht. Voor de zekerheid heb ik mijn laptop achtergelaten bij mijn vrienden in Jerevan. Niet dat er belastend materiaal op staat, maar ik wil ook niet dat er iets op achterblijft.
Als iedereen door de paspoortcontrole is, word ik opgehaald door een jongeman in uniform en mag ik mee naar zijn kantoor. Het interview duurt gelukkig niet lang en hij stelt wat standaardvragen over mijn visum, werk en reden van bezoek. Als hij door mijn paspoort bladert, merkt hij op dat ik vaak in Rusland ben geweest. “Ik heb er dertien jaar gewoond,” vertel ik, “en de eerste keer dat ik Rusland bezocht was in 1993.” “Oh,” zegt hij, terwijl hij opkijkt en mij aankijkt, “toen was ik nog niet geboren.” Het lijkt hem gerust te stellen, want ik mag door.
Geld wisselen
Ik heb contante euro’s meegenomen en ga de volgende dag op zoek naar een bank om fysiek geld te wisselen, van euro’s naar roebels. Bankpassen werken namelijk niet meer vanwege internationale sancties. Op zoek naar een bank valt het me op dat er niets in het straatbeeld wijst op het feit dat het land in oorlog is. De letter “Z”, die symbool staat voor steun aan het leger en internationaal op auto’s en gebouwen verschijnt, kom ik nergens tegen. De schappen in winkels zijn niet leeg en mensen gaan winkelen en uit eten. Het hotel waar ik verblijf, biedt onderdak aan een grote groep kinderen die deelnemen aan een sportevenement. Ik word overal vriendelijk behandeld, zelfs als ze erachter komen dat ik geen Rus ben.
Maar als je verder kijkt, zijn er wel degelijk verschillen met een jaar geleden. Ik ben namelijk geen andere westerlingen tegengekomen in Rusland. Als ik in gesprek ga met mensen, wordt mij verteld dat voedselproducten en woonlasten aanzienlijk duurder zijn geworden. Veel jonge mensen zijn halsoverkop vertrokken en wonen nu in Kazachstan en Amerika, waaronder ook de kinderen van de mensen waarmee we samenwerken. Zij willen niet deelnemen aan deze oorlog en zien geen toekomst meer hier. Met hun gezinnen zijn ze uit het land vertrokken om elders een nieuw bestaan op te bouwen. Ze worden gemist.
In gesprek met Galya
Ik spreek met Galya, zij werkt al jaren in ons team in Jekaterinaburg. Ik heb haar al vaak ontmoet. Ze is sociaal werker en bezoekt gezinnen die het financieel en mentaal zwaar hebben. Galya vertelt me dat haar zoon naar Kazachstan is gevlucht, en dat haar man, Zhenya, vrijwillig in het leger zit. “We hebben geprobeerd het uit z’n hoofd te praten, maar niets helpt. Hij moest en zou het leger in”. Net als we met elkaar praten, wordt Galya door hem gebeld. Ik heb hem vaker ontmoet en krijg de telefoon van Galya in mijn handen gedrukt. Ik moet even omschakelen. Het voelt wat vreemd aan om met een Russische soldaat te praten. Ook al ken ik hem goed. Een neef van Marina, mijn vrouw, is soldaat in het Oekraïense leger en vecht dus aan de andere kant. Zhenya laat me weten dat alles goed met hem gaat en dat hij het meest vredelievende werk doet in het leger: mijnen ruimen. Hij is christen en bidt elke dag voor z’n maten. “Wie anders dan ik zal hun vertellen over Jezus?”. Zhenya heeft een bijzondere plaats voor zijn taak gekregen van God.
In gesprek met Andrey
Ik spreek ook met Andrey, de voorganger van een kerk en medeverantwoordelijk voor het opvanghuis in Jekaterinaburg. Hij vertelt me dat veel jongeren vanuit zijn gemeente naar het buitenland vertrekken, waaronder ook zijn zoon met vrouw en kind. Desondanks groeit het aantal bezoekers van de kerk behoorlijk en overwegen ze zelfs een derde dienst te organiseren. Andrey en zijn vrouw kiezen ervoor om te blijven en zich niet met politiek bezig te houden. Hoewel ze een duidelijke mening hebben over wat er gaande is, uiten ze die niet publiekelijk omdat het ernstige gevolgen kan hebben voor hun hulpverlening.
Hij en zijn vrouw hebben ervoor gekozen om te blijven. “We houden ons niet bezig met politiek. Wij hebben een duidelijke mening over wat er gaande is, maar als je die publiekelijk uitspreekt, weet je wat er gebeurt. We worden opgepakt en stopt onze hulpverlening. Wie gaat er dan voor de vrouwen en kinderen in onze opvang zorgen? Ons wordt soms verweten door Russische voorgangers uit Amerika dat we de straat niet opgaan om te protesteren. Ik heb ze gevraagd of zij dan overkomen om onze hulpverlening voort te zetten. Protesteren heeft geen zin, het heeft enorme gevolgen voor jezelf en je gezin, de situatie verandert er niet door en de hulpverlening die zo hard nodig is komt stil te liggen.”
Ik begrijp zijn standpunt. Als buitenstaander is het te gemakkelijk om een oordeel te hebben. Een paar jaar geleden gingen honderdduizenden mensen de straat op in Belarus. Die demonstranten zijn keihard aangepakt en de situatie in Belarus is nog steeds hetzelfde, zo niet slechter. Voor grootschalige demonstraties heb je een georganiseerde oppositie nodig. De oppositie in Rusland zit in de gevangenis of in het buitenland of leeft niet meer.
Doorgereisd naar Tsjeljabinsk
Later in de week bezoek ik Tsjeljabinsk. Hier bezoek ik ons team dat werkt aan een nieuw opvanghuis. Lees meer hierover. Net als in Jekaterinaburg zie ik geen duidelijke aanwijzingen op straat dat het land in oorlog is. Maar terwijl ik op mijn vervoer wacht, word ik aangesproken door een groepje dronken mensen, waaronder een man die op krukken loopt. Een van de vrouwen heeft vier bloemen in haar handen, wat in Rusland een teken is van een begrafenis. Ze vragen me of ik ook naar de begrafenis ga van hun vriend die is overleden. Ondanks hun verdriet zijn ze luidruchtig en lijken ze hun verdriet te hebben verdronken in alcohol. Ik heb medelijden met hen maar bemoei me er verder niet mee.
In Rusland is het roeien met de riemen die je hebt, en dat hebben we gemerkt tijdens mijn bezoek. We hebben onze Russische collega’s uitgenodigd om samen met ons het opvangproject in Asbest te bezoeken, wat voor hen de eerste keer is sinds februari vorig jaar dat ze elkaar in levende lijve zien. Het was goed om ervaringen uit te wisselen en ik was onder de indruk van het werk dat zij onder de huidige omstandigheden doen. Ondanks de hoge inflatie en de stijgende kosten voor levensonderhoud, wordt er lokaal nog steeds geld gedoneerd en kunnen wij via banktransacties geld overmaken.
Helaas hebben we al een paar keer van bank moeten wisselen en hebben we vernomen dat onze huidige bank onder druk staat om haar activiteiten in Rusland te beëindigen. Toch zijn onze Russische collega’s dankbaar dat we doorgaan met onze ondersteuning. Ik heb hen op het hart gedrukt dat het voor ons nooit een optie is geweest om vanwege de politieke situatie onze hulpverlening in Rusland stop te zetten. Voor Mission Possible staat de mens in nood centraal, en die nood lijkt alleen maar toe te nemen.
Weer naar huis
Tijdens de terugreis worden er nog wat extra vragen gesteld over mijn verblijf en activiteiten in Rusland, maar uiteindelijk verloopt alles zonder problemen. De dame van de paspoortcontrole pleegt nog wel een extra telefoontje. Ik hoor het antwoord aan de andere kant van de lijn niet, maar het geluid van het maken van een stempel in mijn paspoort geeft aan: laat maar gaan.