Diana
Als we aan het werk zijn in één van de dorpen waar we vaker komen, komen we Diana tegen. Diana is 13 jaar. We kennen haar van de Bijbelclub die we wekelijks houden in dit dorp. Ze kan goed leren en wil medicijnen gaan studeren, maar ze vertelt ons dat ze door de oorlog niet meer naar school gaat; er is geen schuilkelder in de buurt van het gebouw en dat is niet veilig. Ze maakt zich zorgen om haar toekomst.
Diana neemt ons mee naar haar huis. Bij haar thuis ontmoeten we haar moeder, Svetlana. Haar zusje Nike is ook thuis, zij is vaak ziek. Nike vertelt ons trots dat ze 4 jaar is. Hun man en vader vecht aan het front. Af en toe hebben ze telefonisch contact.
Winter
De overheid heeft de inwoners van het dorp op het hart gedrukt om zich voor te bereiden op een zware winter en inkopen te doen. ‘Onmogelijk’, verzucht Svetlana. Svetlana heeft weinig geld. Ze moet kiezen tussen eten voor de kinderen of warmte in het huis. ‘Ik zou graag extra werken om geld te verdienen, maar er is geen baan te vinden.’ Mismoedig kijkt Svetlana voor zich uit. Ze weet niet hoe ze de komende winter voor haar kleine gezin moet zorgen.
We bieden aan om deze winter het brandhout voor haar te verzorgen. Verrast kijkt Svetlana op: ‘is dat echt mogelijk? En ik hoef er niet voor te betalen?’ Haar hele houding veranderd. Ze is ontzettend blij. We praten nog een poosje met haar en vertellen haar over ons geloof. Svetlana vraagt of we samen kunnen bidden.
Als we weg gaan, zegt de kleine Nike: ’vanaf nu zal ik altijd met mama bidden. En dat vertel ik ook aan papa, dat we ook voor hem bidden, dat God bij hem is!’