Karine is haar naam en ze is 57 jaar. Moeder van twaalf kinderen. Wat heeft zij in haar leven al veel moeten meemaken. Eind jaren ’80 woonde ze met haar man en eerste kinderen in Giumry. In december 1988 vond daar vlak in de buurt een allesverwoestende aardbeving plaats met als gevolg minstens 25.000 doden en meer dan 500.000 daklozen.
Karine vertrok met haar gezin naar het dorp Haykazyan in Artsakh. Een paar jaar later brak daar de oorlog uit. Haar man vocht mee en overleefde de oorlog. De omstandigheden waren zwaar. Vanwege de nasleep van de oorlog was er geen elektriciteit. “We hebben 10 jaar zonder elektriciteit geleefd. Ondanks dat probeerden we ons leven op te bouwen. We verbouwden tabak maar dat werd geen succes. Daarna groenten en bakten we lavash. We waren zelfvoorzienend. We hebben ons eigen huis gebouwd. In 2016 brak er weer een oorlog uit. Gelukkig duurde die maar 4 dagen. Mijn man is een paar jaar geleden omgekomen bij een verkeersongeval. Toen vorig jaar weer de oorlog uitbrak dachten we dat het ook een paar dagen zou duren. Vier zoons hebben mee gevochten, een is gewond geraakt maar ze het allemaal overleefd. God zij dank! Met de rest van de kinderen ben ik naar Goris gevlucht. Ik wilde dichtbij het front zijn vanwege mijn vier zoons in de oorlog.
Eerst werden we opgevangen in een hotel. Maar na een paar maanden moesten we daar weg. Nu huren we deze ruimte voor 60.000 DRAM in de maand. Er is geen verwarming en badkamer. Douchen doen we bij mijn dochter die met haar gezin ook is gevlucht en in de straat verderop iets huurt. De afgelopen winter hebben we deze ruimte met een elektrische kachel verwarmd. Maar dat kunnen we nu niet meer betalen. De financiële ondersteuning die we van de overheid ontvingen stopt deze maand. We zullen voor komende winter een houtkachel gaan kopen. Wij kunnen hier niet lang blijven. Deze ruimte is niet geschikt om met zoveel mensen in te wonen. Andere woonruimte huren is te duur. Een van mijn zoons zit in het leger, hij is beroeps. Hij ondersteunt ons. Mijn andere zonen verdienen soms wat bij als ze worden ingehuurd bij een bouwklus. De andere kinderen gaan naar school. Mijn dochter, zij is 17, is afgelopen jaar niet naar school geweest maar is dit jaar weer begonnen. Zij heeft niet stil gezeten, het afgelopen jaar heeft zij een cursus manicure gedaan. En dat levert af en toe ook wat klanten op. Ik weet niet waar we in de nabije toekomst kunnen gaan wonen. Terug naar ons dorp in Artsakh is onmogelijk. Maar zolang er maar vrede en rust is. Ik heb genoeg gezien en meegemaakt”.